De eigenlijke opbouw van een corsowagen gebeurt in de twee dagen voorafgaand aan de optocht. Op vrijdagochtend wordt begonnen met het steken van de bloemen op de wagen. Hiervoor worden voornamelijk dahlia’s gebruikt.
Aan de hand van de maquette is op voorhand ook de kleuren van de praalwagen bepaalt. Uiteraard alleen die kleuren welke in dahlia’s beschikbaar zijn. Van tevoren worden van elke soort en kleur voldoende dahlia’s besteld, maar het is nooit zeker of deze bloemen ook daadwerkelijk beschikbaar zijn tijdens de dagen van de corso. Daardoor is men soms genoodzaakt verandering te maken in het kleurontwerp en moeten men altijd creatief blijven. Zijn er onverhoopt geen dahlia’s beschikbaar door weersomstandigheden dan wordt gewerkt met andere natuurlijke materialen zoals zaden, bladeren, hout, etc.
Het steken van de wagen gaat ook op zaterdag de hele dag én nacht door. In de nacht van zaterdag op zondag is de wagen helemaal afgestoken. Na een korte nacht slaap wordt er op zondaggochtend nog een laatste hand gelegd aan de kleine details zoals het wegwerken van zichtbare oneffenheden en ongestoken plekken.