Kinderen waarvan de ouders meewerken aan de bouw van een bloemenwagen, krijgen al van jongs af aan de corsokriebels over van mama en papa. Tieners knutselen hun go-cart of bolderkar om tot kinder- en juniorwagens, naar voorbeeld van de grote praalwagens waar ze later aan hopen mee te werken. Middels diverse cursussen worden de kinderen ook de stiel van het bouwen van een praalwagen aangeleerd. Bijvoorbeeld door het leren ontwerpen, het maken van een maquette, het leren lassen, etc. Het is vaak de oudere generatie die al hun kennis doorgeeft aan de jonge mannen.